Survivallen tussen wild gespuis - Reisverslag uit Sydney, Australië van Philip Pirovano - WaarBenJij.nu Survivallen tussen wild gespuis - Reisverslag uit Sydney, Australië van Philip Pirovano - WaarBenJij.nu

Survivallen tussen wild gespuis

Door: Philip

Blijf op de hoogte en volg Philip

01 April 2012 | Australië, Sydney

Goedendag,
Vanuit het herfstachtige maar nog altijd warme en zonnige Sydney is hier één van de laatste verhalen over mijn backpack avonturen. Helaas komt m'n trip alweer bijna ten einde, voornamelijk vanwege geldgebrek. Het gaat vandaag over de wat meer lugubere kant van Australië, namelijk haaien, slangen, insecten en spinnen.

Als kerstkado mocht ik van pa en ma wat leuks uitzoeken om te gaan doen hier. Ik was al een tijd lang van plan om een Cage Dive te gaan maken met Great White Sharks, dus ik hoefde er niet lang over na te denken wat ik wilde gaan doen. In Port Lincoln, een plaatsje in de buurt van Adelaide, is één van de weinige mogelijkheden in de wereld om dit te doen.

Vanaf Auckland vloog ik na de Nieuw Zeeland terug naar Australië, naar Adelaide om precies te zijn. Ik had het plan om een aantal dagen in Adelaide te blijven en van daaruit naar Port Lincoln op en neer te gaan voor de Cage Dive. Ik landde rond het middaguur op de luchthaven van Adelaide. Ik had nog geen slaapplaats geboekt in Adelaide, maar wist niet beter dan dat dit een rustige stad was waar plek genoeg moest zijn. Toen ik bij een informatiebalie op het vliegveld ging informeren wat een geschikt hostel zou zijn, kreeg ik echter te horen dat de hele stad bomvol zat. Er waren verschillende muziek -en sportfestivals gaande waardoor het mega druk was. Er was geen bed meer te krijgen!
Nou leek het me altijd al eens mooi om een keer een vliegticket ter plaatse op een vliegveld te kopen, zo van "ik wil de eerst volgende vlucht naar daar-en-daar". En aangezien ik toch snel naar Port Lincoln toe moest, kon ik net zo goed meteen doorvliegen. Dus ging ik op zoek naar de ticketbalie. De conversatie met de dame achter de balie ging ongeveer als volgt:
"Hi, when is the next flight to Port Lincoln and what will it cost me?"
"Let me see... it leaves at 15:30 and costs 110 Dollars."
"Alright, I'll have that one please." Doe mij die maar!
Ik betaalde 110 Dollar, dropte m'n koffer op de lopende band en kon meteen weer terug naar de terminal.
Het was een vlucht van nog geen 30 minuten. Met de bus zou het overigens een heel stuk omrijden worden omdat er een baai tussen Adelaide en Port Lincoln ligt, dus vliegen was de meest logische optie.

Nog dezelfde middag landde ik in Port Lincoln. Het vliegveld was het kleinste dat ik ooit gezien had. Er was een gebouwtje met 3 deuren. Eentje voor "arrivals" en eentje voor "departures" richting de landingsbaan, en de deur om van het vliegveld af te gaan. In het vliegtuig werd door de stewardess gevraagd wie er een taxi nodig had om in het centrum te komen. Een bus reed er niet. Op basis van stoelnummers werden taxis gereserveerd. Eenmaal aan de grond moest je tegen de taxi chauffeurs zeggen welke stoel je had in het vliegtuig, zodat hij wist of hij jou op moest pikken of iemand anders. Je kunt je voorstellen dat ik me afvroeg in wat voor oord ik nu weer beland was...
Er zijn in Port Lincoln geen backpackers hostels, daarom had ik als goedkoopste alternatief een huisje op de plaatselijke camping geboekt. Er viel verder bijzonder weinig te beleven, zeker in de avond, maar ik had net van Lenno de hele Band of Brothers serie gekopieerd dus ik zou me wel vermaken.

Op de dag van de Cage Dive moest ik me om half 7 melden in de plaatselijke Marina. Ik werd samen met mijn 20 lotgenoten verwelkomd aan boord van de boot waar we koffie en een stevig ontbijt kregen terwijl we de haven uit vaarden. Na zo'n 2 uur varen bereikten we een plek vrij dicht langs een rots met zeehonden. Volgens de schipper was het daar een soort van McDrive voor haaien, want ze deden zich maar al te graag tegoed aan een lekker mals zeehondje. Het anker werd uitgegooid en de voorbereidingen werden getroffen voor de ontmoeting met de haaien.
Om de haaien te lokken werd er de hele dag door een lading aas in het water gegooid. Regelmatig werd er een graai gedaan uit een grote bak vol met gemalen tonijn. Aan een touw werd een enorme tonijnenkop bevestigd. Hiermee werd geprobeerd om de haaien, die daarnaar zouden happen, met hun kop uit het water te lokken. Behalve voor het aas, zijn haaien ook gevoelig voor geluid. Daarom werd met een peddel op het water gemept en werd er steeds een dreun gegeven tegen een metalen buis die in het water hing.
Ik vroeg hoe lang het zou duren voordat we een haai zouden zien, maar ik kreeg als antwoord "how long is a rope?". Ze wisten het dus niet, soms waren ze er binnen een kwartier en soms duurde het wel 3 uur voordat de eerste haai zich vertoonde. Er waren zelfs dagen, hoewel ze gelukkig weinig voorkwamen, dat er helemaal geen haai te zien was!

Toen we eenmaal goed en wel voor anker lagen werd de kooi, die ons stervelingen tegen de haaien moest beschermen, achter de boot het water in gehezen. Bovenin de kooi zat een opening die boven het water uitstak waar je door naar binnen en naar buiten moest. Er stond een grote zuurstoftank met een aantal slangen met mondstukken eraanvast, die we konden gebruiken om onder water adem te halen.
De schipper vroeg om vrijwilligers: "Guys, who wants to be in the first group to enter te cage?". "Sure" zei ik, kom maar op! Samen met 5 anderen werd ik in een wetsuit gehezen en kreeg ik een duikbril op m'n kop. Vanaf dat moment was het zoeken naar de eerste haai. Iedereen stond op de uitkijk. We hoefden gelukkig niet lang te wachten tot er eentje gespot werd.
"Sharkkkkkk!". Ik rende naar het achterdek waar de kreet vandaan kwam en zag een hoop geplons en gespetter. Ik kon nog snel de staart van de haai, die net onderdook, boven het water uit zien komen.
We werden zo snel als we konden de kooi ingelaten. Iedereen kreeg een mondstuk voor de zuurstof en moest een plekje zoeken onder water. Halverwege de kooi in het water zat een vrij grote opening om doorheen te kijken, dus het was zaak om je armen goed binnenboord te houden! De eerste haai was alweer verdwenen, dus onder water was het uitkijken naar een nieuwe (of misschien dezelfde nog eens). Ik keek af en toe naar de anderen in de kooi en het was duidelijk dat iedereen de onderwater-horizon aan het afturen was. Het water was niet heel helder, dus we moesten alert zijn. We hadden afgesproken om elkaar een tikje op de schouder te geven als we een haai zouden spotten. Na een minuut of 10 voelde ik een tikje en wees iemand naar de andere kant. Daar kwam er eentje aan!
Een grijs gevaarte zwom op z'n gemakje langs onze kooi. Wat een beest! Het was net alsof ik me in een reportage van Discovery Channel bevond. Hij zwom letterlijk een meter van me af, met z'n grote kop en zo'n haaien-grijns op z'n gezicht. Ongelooflijk, zo dichtbij. Ik kon de kieuwen goed zien aan de zijkant van z'n kop. Het was waarschijnlijk een vechtersbaasje, want hij zat onder de littekens.
Zo plotseling als hij verscheen, zo snel was hij alweer verdwenen. Het was niet zoals in de films dat de haaien tegen de kooi aan beukten of probeerden ons aan te vallen. Deze zwom gewoon rustig langs, een beetje rondkijkend en naar het aas happend. Al snel zwom er weer een andere haai langs. Deze had een soort tag (hoe noem je zoiets, label?) aan z'n vin bevestigd. Blijkbaar werd hij gevolgd door wetenschappers.

We mochten 45 minuten in de kooi blijven en zouden een seintje krijgen als we het water uit moesten. Het seintje was een paar flinke rammen tegen de metalen kooi, kon niet missen. Halverwege de 45 minuten gingen er al 4 van de 6 het water uit. Ik snapte niet zo goed waarom, want dit was toch waar we voor kwamen. Samen met m'n Franse nieuwe maat Benjamin bleef ik nog achter in de kooi. We hadden geluk, want er kwamen nog 2 haaien langs zwemmen. Eentje was de grootste van de dag. Ik heb geen idee hoeveel meter hij was, maar geloof me dat ik blij was dat ik me in de metalen kooi bevond!
Het was trouwens vooral spectaculair en niet echt eng. We wisten dat we veilig zouden zijn, zolang we onze armen niet uit zouden steken. Het was nog het gevaarlijkste op het dek zelf, want als je zou struikelen en overboord viel dan kon je goed de Sjaak zijn volgens mij.

Toen de 45 minuten om waren stond de volgende groep al klaar om het water in te gaan. In totaal waren er 4 groepen en iedereen had het geluk dat er, eenmaal in het water, een aantal haaien langskwamen.
Ook vanaf het dek was het elke keer schitterend als er eentje te zien was. Met het touw met de tonijnenkop probeerde de schipper om de haai met z'n kop uit het water te lokken. Soms kon je z'n open bek met grote tanden goed zien. Regelmatig werd het aas van het touw gehapt en moest er een nieuwe tonijnenkop aan worden bevestigd.
Omdat het steeds heel snel ging heb ik helaas niet zulke mooie foto's weten te maken, maar ik zal er toch een paar uploaden (en een mooie foto van internet plukken voor het idee). Pas in de avond waren we terug aan land, een mooie ervaring rijker.

============================================

De dag erop ging ik terug naar het vliegveld voor m'n vlucht naar Adelaide. Ik was wat aan de vroege kant, en toen ik op het vliegveld aankwam was deze helemaal verlaten. Ik heb zeker een uur in m'n eentje op het vliegveldje gezeten, totdat m'n maat Benjamin binnenkwam, die toevallig dezelfde vlucht had als ik. Zijn verbazing was grappig toen hij zag dat ik als enige in het huisje zat. Een half uur voor de vlucht ging de balie open om in te checken en werd het ietsje drukker.

============================================

Ik kon wel een beetje rust gebruiken na Nieuw Zeeland en het bliksembezoek aan Port Lincoln, dus in Adelaide heb ik een aantal dagen geen bal uitgevoerd. Na een klein weekje stond me echter een nieuw avontuur te wachten. Ik had namelijk een 10-daagse campingtrip van Adelaide naar Perth geboekt, door het uitgestrekte zuid-westen van het land. Het zou een mooie reis worden, waarbij we een stuk aflegden zo ver als Amsterdam naar Moskou, en waarin we de echte Australische wildernis zouden ontdekken. Momenten van "Waarom heb ik in 's hemelsnaam deze trip geboekt??" werden afgewisseld door momenten van "Dit is echt te gek!!".

Vroeg in de ochtend werd ik verwacht aan de hoofdstraat van Adelaide, waar ik werd opgepikt door de tourguide Craig met zijn busje. Craig's vriendin Kimberley, een Nederlandse die hier haar toerisme studie aan het afronden is, reed ook een aantal dagen met ons mee. Na een rondje Adelaide om de rest van de groep op te pikken konden we aan de lange tocht beginnen.
Zoals veel Australische tourguides was Craig een bijzonder figuur. Ik vond hem wel wat weghebben van de wildlife-versie van de nerds uit Big Bang Theory. Hij zei alles met een bepaalde stelligheid en op elke vraag had hij een soort van half-grappig en half-afzeik antwoord. Het was zo'n typische Australiër die zelf een sterk verhaal vertelt en dan verwacht dat jij er een ander verhaal tegenover zet, zonder dat hij echt interesse toont.
Craig zat de hele dag vol energie. Hij stond meestal al om half 6 naast z'n bed om ontbijt voor ons klaar te maken. De hele dag door rende hij heen en weer, regelde hij zaken en vertelde hij verhalen. Tussendoor zat hij ook nog eens zo'n 6 uur per dag achter het stuur van de bus, zonder een moment te verslappen.

De groep bestond uit 12 personen vanuit verschillende landen, jong en oud. Ik zat de eerste ochtend achterin de bus en raakte al vrij snel aan de praat met Francis. Zij was een spontane Hollandse dame van 22. Omdat wij de enige Nederlanders waren en beiden op een bepaalde nuchtere manier over alles dachten konden we het wel goed vinden. Francis had nog nooit in haar leven gekampeerd en had besloten dat een 10-daagse survival trip door niemandsland een goede eerste keer zou zijn. Na afloop gaf ze aan het een leuke trip gevonden te hebben, maar dat ze nooit in haar leven meer zou gaan kamperen.

We begonnen overigens die ochtend in het Nederlands tegen elkaar, maar al vrij snel werd de Vegemite-regel ingesteld door Craig. Vegemite is een soort van afgrijselijke chocolade pasta. Australiërs smeren het op hun brood en vinden het erg lekker, maar ik moet de eerste toerist nog tegenkomen die geen vies gezicht trekt bij dit brouwsel. De Vegemite-regel betekende dat iedereen die in de bus een andere taal dan Engels sprak, een theelepel Vegemite moest opeten. Bij een tweede overtreding werd dit een eetlepel. Het scheen dat een derde overtreding zelden voorkwam. We vroegen Craig of je wel in je eigen taal mocht zingen. Dit was prima, zei Craig. Ik denk dat hij er later wel spijt van heeft gehad dat hij dit goedkeurde, zeker toen ik een Nederlandse playlist op m'n MP3-speler had gezet met Marco Borsato, Jan Smit en de 2009 Apres-ski verzameling.
Francis had trouwens de Vegemite-regel eens overtreden, maar nadat ze de Vegemite pot een paar dagen in haar tas had verstopt ontliep ze de straf.

De eerste middag maakten we ergens langs de route een wandeling waarin we ons eerste wildlife van de trip tegenkwamen. Het was een kangeroe, maar we roken hem voordat we hem zagen. Hij was waarschijnlijk iets te enthousiast van een rots gesprongen en had zijn landing niet overleefd. Dit was al een paar dagen eerder gebeurd, waardoor hij reeds in een bepaalde staat van ontbinding verkeerde. De enorme stank en vliegen maakten onze ontmoeting niet bepaald aangenaam en we besloten snel door te lopen, op zoek naar levende kangeroes.

Nadat we met de bus een hoop kilometers hadden afgelegd bereikten we ons eerste kamp waar we de nacht zouden doorbrengen. Nadat we ons kamp hadden opgezet begon het ineens te stormen en regenen alsof de hemel naar beneden zou vallen. Niet iedereen had zijn tentje even stevig opgezet, dus verschillende tenten lekten of stortten in. Lekker begin van onze reis! Ik sliep de hele reis samen in een tent met Peter, een Zweed van een jaar of 40. Onze tent stond als een huis dus wij konden de nacht rustig gaan slapen.
Peter was ook een bijzonder figuur trouwens. Hij kwam over als een autist, zo iemand die met subsidie bij de McDonald's mag schoonmaken en happy meals mag vouwen. Hij sprak alsof z'n kaken op elkaar geplakt zaten, een beetje als Dustin Hoffman in de film Rain Man. Hij liep het grootste deel van de tijd in een strak hardloopbroekje met zo'n knalblauw windjack erbij. Hij had wel een gewone baan thuis en leek vaak ook wel normaal, maar regelmatig twijfelden we aan zijn verstand.
Om een klein voorbeeld te geven, we stonden eens op een camping ergens in de middle-of-nowhere. Er was een soort keukenhuisje gebouwd, waar een groot matglas golfplaten raam in gezet was. Dit raam was wat vies geworden door regen en wind, maar niemand die dat wat interesseerde. Begon Peter ineens als een dolle dit raam schoon te maken. Hij is er zeker 3 kwartier mee bezig geweest. Verschillende mensen vroegen "Peter, what the heck are you doing?" en kregen als antwoord "Yes, this window is so dirty, it must be clean.". Gelukkig had Peter wel veel kampeer ervaring, waardoor onze tent elke dag stevig in de grond stond.

Tijdens één van de eerste dagen stond er een mooie dag op het programma. Nadat we 's ochtends op een afgelegen strand een aantal uur hadden gesurft, gingen we 's middags snorkelen met zeeleeuwen en dolfijnen. Deze keer was het niet in een kooi zoals met de haaien, maar gewoon in het open water. Vooral de zeeleeuwen vonden het prachtig om met ons te spelen.
Met een boot voeren we naar een rots waar een zeeleeuwen kolonie op leefde. Er zaten er al een paar op ons te wachten en sprongen meteen het water in om naar ons toe te zwemmen. We kregen de tip om in het water zo idioot mogelijk te doen, waardoor de zeeleeuwen enthousiast werden en om ons heen zouden gaan zwemmen en trucjes zouden doen. Het waren net een stel jonge puppies. Onze hele groep sprong het water in en iedereen begon rondjes te draaien en koprollen te maken. Ik had verschillende keren een paar minuten contact met zo'n zeeleeuw. Je zag ze naar je kijken en als je dan een koprol maakte, dan maakten zij ook een koprol. En als je een rondje om je as draaide, dan zwommen zij een rondje om je heen. Er hingen wat boeien in het water met een touw met gewichten eronder. Als je die wat heen en weer bewoon dan begonnen de zeeleeuwen ernaar te happen en probeerden het af te pakken. Fantastisch!
Nadat iedereen uitgespeeld was gingen we wat verder met de boot, op zoek naar een groep dolfijnen. Het zou nu allemaal wat sneller gaan dan bij de zeeleeuwen, dus we moesten alvast startklaar zitten om het water in te springen. De schipper vond de groep en voer een stukje voor ze uit. Op zijn commando sprongen we één voor één het water in. Het was een groep van zo'n 15 tot 20 dolfijnen die ons aan alle kanten voorbij schoten. Een magisch idee om midden tussen de wilde dolfijnen in het water te zwemmen. De dolfijnen waren niet echt speels, maar er was er eentje die een aantal rondjes om mij heen zwom. Volgens de schipper waren ze wat schuwer omdat ze kleintjes bij zich hadden die ze wilden beschermen. Nadat we weer terug de boot op waren geklommen en terug naar de kant voeren konden we de dolfijnen nog een tijd achter ons aan zien zwemmen.

Na onze dag vertier werd het tijd om weer wat kilometers te gaan maken. Onze reisorganisatie heette Nullarbor, genoemd naar de streek die we de komende dagen zouden doorkruisen. Nullarbor betekent letterlijk "geen bomen", wat slaat op het enorme stuk droge woestijn waar slechts een enkel struikje uit de grond groeit. Op de Tomtom was te zien dat de weg die we moesten rijden 1200 km lang zou zijn, zonder dat we ergens hoefden af te slaan of een rotonde over moesten. Alsmaar door, vanaf Amsterdam naar Zuid Frankrijk! Een stukje weg is hier 90 mile straight genaamd, omdat het 90 mijl (zo'n 150 kilometer) alleen maar kaarsrecht loopt. Na die 150 kilometer is er een flauwe bocht naar rechts, volgens Craig "just for fun", want ze hadden de weg nog een stuk langer rechtdoor kunnen laten lopen. Daarna gaat de weg weer kilometers verder rechtdoor.

Tijdens deze rit moesten we er zelf een beetje plezier in houden en had Craig ons verzocht hem wakker te houden met gesprekken en muziek. Ik ging naast Craig zitten om te DJ-en en Francis en Duitser Manny kwamen recht achter ons zitten, op de "no-sleeping stoelen", waarop je niet mocht slapen. Ik had op speciaal verzoek van Francis een playlist met Nederlandse muziek gemaakt. We hadden al aangekondigd aan de rest dat het Hollandse ochtend zou worden. Bij het aanmaken van de playlist lagen we soms al gestrekt van het lachen om de liedjes die ik op m'n laptop bleek te hebben. Toppertje, Ik wil je blijf bij me, Boom Boom Bailando, en noem de hele meuk maar op...
We waren die ochtend in de bus lekker bezig met plaatjes draaien en luid meezingen. Craig deed alsof hij zichzelf door het hoofd wilde schieten en ook Manny leek er al snel genoeg van te krijgen, maar we lieten ons niet van de wijs brengen. Af en toe keek ik achterom naar de rest van de reizigers. Diegenen die niet sliepen gaven me een blik met een mix van vermaak en ergernis.
Het grappige was dat je voorin de muziek niet zo goed kon horen omdat er daar geen boxen waren en het geluid van de motor vrij hard was. Toen ik een paar dagen later weer achterin de bus plaatsnam bleek dat het geluid enorm luid was. Ik besefte me toen pas dat onze buitenlandse vrienden de hele tijd naar een knallende Jan Smit en Jeroen van den Boom hebben zitten luisteren!

Het verhaal begint alweer lang te worden en ik heb niet zo veel tijd meer, dus ik zal nog even twee voorvallen omschrijven die echt de moeite waard zijn en er daarna een einde aan maken.
Het eerste voorval was onze horror avond. We stonden op een camping, opnieuw ergens in de middle-of-nowhere (de hele reis waren we eigenlijk in de middle-of-nowhere, dus ook deze nacht). De meeste campings stelden trouwens weinig voor. We mochten van geluk spreken als er een degelijk toilet aanwezig was, laat staan een douche met warm water.
Vanwege een flinke regenbui hadden we met blauw zeil een soort afdakje gemaakt waaronder we droog konden zitten en eten. Een deel van de groep had al bijtijds hun tent opgezocht om te gaan slapen, waardoor we nog met z'n 6-en onder het afdakje zaten. Als verlichting hadden we een aantal gaslampen branden. Het regende nog steeds behoorlijk. Een droog afdakje en een warm, fel brandend licht terwijl het om ons heen donker en overal nat en koud was. Een grotere insectenmagneet kun je ongeveer niet bedenken...

De mensen met wie we nog buiten zaten waren Francis en Franceska, meiden die bij het zien van het kleinste insectje al begonnen te gillen. Daarnaast Peter, de ervaren Zweedse autistische kampeerder, die toch ook wat huiverig was voor insecten. Verder de Duitsers Manny en Steffie die beiden nergens wat om gaven. Manny vond het juist wel mooi om anderen aan het schrikken te maken met wat fratsen.
En ikzelf. Ik spring in een kooi waar haaien langs zwemmen en val zonder problemen uit een vliegtuig, maar als ik ergens de stuipen van krijg dan is het insecten en spinnen.

Het begon nog gemoedelijk met wat rustige gesprekken en grappen. Een enkel piepklein beestje vertoonde zich in onze buurt, maar niets om ons zorgen over te maken. Maar hoe langer we daar zaten, hoe groter de beestjes werden. Van klein werd het iets groter. Van iets groter werd het iets groter met lange voelsprieten. Vervolgens konden ze ineens vliegen en springen. Het werd alsmaar gekker en enger. Zelfs een aantal duizendpoten met knalgele lange poten kwam langs. Intussen regende het nog als een gek, dus we zaten redelijk gevangen onder ons afdakje bij het licht. Door het licht zagen we allerlei schaduwen om ons heen bewegen. Francis gilde bij alles wat ze zag en Franceska zat diep in mekaar gedoken. Ik begon ook ineens overal jeuk te krijgen. Het was net een soort koorts-droom, vrij onwerkelijk, maar we zaten daar toch echt. Aan de ene kant was het hilarisch en moesten we elke keer hard lachen, maar aan de andere kant was het toch echt wel scary.
Plotseling liepen er wat kleine spinnetjes op de lamp af, niet groter dan een nagel. Ze zagen er wel schattig en onschuldig uit. "Dan zal zo de moeder-spin wel komen" grapte Manny. Hij bleek gelijk te krijgen... Ik zag ineens een donkere schaduw gestaag tussen m'n benen door kruipen. Dit was niet gewoon een insect... het was een enorme zwarte harige spin! Groter dan ik ooit gezien had. In m'n reflex schreeuwde ik "what the fuck?!", sprong (of eigenlijk viel) ik achterover en trok Francis die naast me zat aan haar arm mee naar achteren. Ik heb nu nog een gehoorbeschadiging van de gil die zij toen uitsloeg.
Iedereen zag de spin en sprong op van z'n stoel. We moesten allemaal keihard lachen, maar schreeuwden ook moord en brand. De spin merkte duidelijk dat we hem in de gaten hadden en werd wat agressief. Hij zette zich schrap in de grond en stak z'n twee voorpoten naar voren, zo van "kom maar op".
Nou, hij heeft het gekregen. Van Craig mochten we alles wat zich in ons kamp vertoonde afmaken. Na een paar foto's en filmpjes te hebben gemaakt besloten we unaniem om hem uit de weg te ruimen. Peter ging klaarstaan met z'n grote bergschoenen en stampte er een paar keer flink op. Ik zal het filmpje ervan eens op youtube zetten, het is vrij hilarisch. Je kunt goed zien dat de spin vlak voor Peter's stamp een soort van schijnaanval pleegt, alsof hij aan voelt komen dat hij aangevallen gaat worden. Om de uitspraak van Peter "It was him or us!" die op het filmpje te horen is moet ik nog altijd hard lachen.

Man, wat een ellende met die insecten. We dachten hierna even op adem te mogen komen, maar toen ik met m'n zaklamp naar rechts scheen en een paar grote ogen me aankeken, schrok ik me opnieuw wezenloos. Nu zat er een dikke groene pad me aan te staren, het leek net een magische toverkikker. Gelukkig zat hij op een paar meter van ons en verroerde hij zich niet. Intussen liepen er wat nieuwe grote duizendpoten langs ons heen. Ook waren er weer wat van die kleine schattige spinnetjes te zien. "Ah, dat zijn vast nog dezelfde als net... toch?". Nou niet dus. Een tweede donkere schaduw kroop op ons af. Deze spin was nog groter en hariger dan de vorige, my god! Als ik voor elke keer dat ik die avond "what the fuck" heb geroepen een Dollar zou krijgen dan kon ik nog zeker 3 maanden langer in Australië verblijven.
We besloten dat het wel zonde was om deze ook af te maken, dus hebben we hem laten leven. Ik kan me even niet meer herinneren hoe we van hem af kwamen, maar ik weet dat ik niet prettig heb geslapen die nacht, wetende dat hij nog ergens in de buurt rond zou zwerven.

Het was zo wel welletjes met al het ongedierte, dus het werd tijd om onze bedden op te gaan zoeken. Francis en Franceska durfden niet in hun tent te gaan liggen. Gelukkig voor hen was de bus nog niet op slot en konden ze daarin een plekje zoeken om veilig te overnachten. Zelf kroop ik m'n tent in. Ik moet bekennen dat ik wel eens rustiger heb geslapen dan deze nacht.
De volgende ochtend bleek dat we iedereen in het kamp wakker hadden gehouden met ons geschreeuw en gegil. Maar toen we eenmaal de foto's van het ongedierte lieten zien hadden ze begrip voor onze situatie. Craig had een aantal keer op het punt gestaan om zijn tent uit te kruipen om te komen kijken wat er aan de hand was, maar zei dat hij telkens Peter tussendoor hoorde lachen en het daarom nog niet nodig leek om te hulp te komen.

Dodelijke haaien, giftige spinnen. Restte mij nog een ander onguur dier te zien. Inderdaad, de slang. Er bleef ons weinig bespaard deze reis, dus het zou niet lang duren voor we er eentje uit de top 5 van meest giftige slangen ter wereld zouden tegenkomen.
Het was op een camping ergens in Cape Le Grand. Hoewel niet ver van het plaatsje Esperance was dit nog steeds redelijk middle-of-nowhere. Op klaarlichte dag had er ineens een groepje mensen zich op een afstandje van de tent van Manny verzameld. Ik werd geroepen om te komen kijken. Manny wilde zijn tent ingaan om wat spullen te pakken, tot hij ineens een lang zwart iets voor de opening zag liggen. Het bleek een zwaar giftige Tiger Snake te zijn! Midden in het kamp, recht naast iemands tent. Hoewel er weinig mensen aan slangenbeten sterven, denk ik dat Manny van geluk mocht spreken dat hij de slang zag en er niet per ongeluk op stapte of overheen boog.
Craig maande ons achteruit en ging de lokale ranger erbij halen. Deze beste man had de avond ervoor grote verhalen opgehangen over van alles en nog wat dat hij in de wildernis had meegemaakt. Hij mocht nu dus laten zien wat hij waard was. Met een grote ton en zo'n knijper die we in Beverwijk bij de McDonald's gebruikten om vuil van straat te ruimen zou hij die slang wel even vangen. Dit werd uiteraard niets en tot ieders ongenoegen wist de slang ervandoor te gaan. "Die zien we vast niet meer terug", zo was zijn reactie.
Nog geen 20 minuten later werd er weer geroepen, "Craiggg, he is back!". De slang was weer naar het kamp gekropen. Opnieuw verzamelden we ons op een afstandje van hem. Poging twee om hem te vangen mislukte en de slang ging er weer vandoor, om even later opnieuw terug te keren. Het is de ranger uiteindelijk niet gelukt om hem te pakken. Hij probeerde ons gerust te stellen door te zeggen dat de slang waarschijnlijk wel uit de weg zou gaan als we onbewust op hem af zouden lopen, maar we waren verre van overtuigd. Gelukkig is er niemand gegrepen die dag (hoewel het voor het verhaal natuurlijk wel geniaal zou zijn als er een Duitser met een helicopter naar het ziekenhuis zou moeten worden gevlogen omdat hij door een giftige slang was gebeten).

Cape Le Grand is trouwens een plaats die wel vaak op foto's van Australië te zien is. Hier is het water helderblauw, het zand wit en zijn regelmatig kangeroes op het strand te zien. Helaas had het bij ons hard geregend, waardoor er allerlei vieze meuk op het strand was gespoeld. Maar het plaatje van kangeroes op het strand voor een schitterende blauwe zee hebben we wel gezien en kunnen fotograferen.
Langs wat kleine plaatsjes aan de kust kwamen we langzaamaan weer in de bewoonde wereld terecht. Eindpunt van de reis was Perth, een grote stad aan de westkust van Australië. Het was prettig om weer van een warme douche en normaal bed gebruik te mogen maken.
Zoals ik al aangaf ben ik momenteel weer terug in Sydney. Het is de laatste tijd hard gegaan met m'n geld en het zat me wat tegen aan de pokertafels, dus ik heb besloten om de westkust niet meer af te maken. Wellicht vlieg ik over een aantal jaar wel eens terug naar Perth om met een nieuwe zak geld het stuk tussen Perth en Darwin af te leggen.
Morgen vertrek ik naar Crescent Head om daar nog een klein weekje te gaan surfen. Daarna zal ik nog een week in Sydney rondhangen, om vervolgens op 12 april via Taiwan naar Bangkok te vliegen. Daar doe ik nog een weekje chillen en dan is het uit met de pret. 20 april zal ik in Amsterdam landen!
Links in beeld staat "ik ben terug over 153 dagen", maar dit staat voor het aantal dagen dat ik nog onbetaald verlof heb. Ik ben terug over 19 dagen :)

Rest mij iedereen nog een mooie zondag toe te wensen. Ik ga op tijd m'n bed in want ik moet me morgen om kwart over 6 melden voor de bus naar Crescent Head.

Laterrrrrr!

  • 01 April 2012 - 10:58

    Daphne:

    Wat een lang verhaal! En wat heb je weer veel meegemaakt! Veel plezier op de Surftrip. Hopelijk zijn daar minder enge beesten ;)

  • 01 April 2012 - 11:30

    Stefan:

    Mooi stukje weer! Als ik al die verhalen zo van je lees heb ik eigenlijk steeds meer zin om weer terug naar Australie te gaan ipv de "rest" van de wereld te ontdekken..:-)

    Have fun nog de laatste weekjes!
    Cheers


  • 01 April 2012 - 11:49

    Joke:

    Hoi Phil, Bedankt weer voor je mooie verhaal. Doodeng die spinnen en slangen. BRR. Wat een superblauw water. Mooi gezicht die kangoeroes op het strand. Eigenlijk logisch dat ze er zitten met zoveel kust, maar je verwacht het niet. Jammer voor je dat je naar huis moet, maar we verheugen ons wel op nog meer mooie verhalen, waar je hier nu aan toekomt. XXJ

  • 01 April 2012 - 12:19

    Jord:

    PH, heb je je niet in de verleiding laten brengen om de witte haai of tiger snake aan de staart te trekken toen ze voor je weg vluchtten!? Gemiste kans! ;) Die lange verhalen zijn trouwens mooi, word je er lekker in meegesleept! Zonde dat het alweer ten einde komt.. Have fun nog!

  • 01 April 2012 - 12:40

    Cor:

    Heerlijke story, wederom alsof ik er bij was. Nog veel plezier met je surftrip en . . . tot binnenkort!!

  • 01 April 2012 - 13:37

    Tessa:

    Mooi verhaal :).
    Benieuwd naar al het andere en tot de 20e!
    X

  • 01 April 2012 - 14:31

    MO:

    Puik verhaal brother. De tijd gaat hard zeg...bijna al weer terug. Geniet nog ff van het surfen en zoek in Bangkok Voglee Tailors nog ff op.

  • 02 April 2012 - 01:39

    Francis:

    Gehoorbeschadiging?! ;-)

  • 02 April 2012 - 11:42

    VC:

    Blij dat je bijna weer thuiskomt, maar zal je verhalen op deze site zeker missen!! Tot snel.

  • 02 April 2012 - 14:38

    Slege Wedge:

    King!
    Wat een verhaal weer man. Duiken met haaien, de tiger snake, de mooie trip, het snorkelen met die baasjes, schitterend!! En klinkt bekend, die uitspraak: "Zeg me ook nog eens wat hier in gods naam zo leuk aan is!?!" hehe. En dat duiken met die haaien, hij kan het van z'n lijstje afstrepen hoor... nice!
    Geniet er nog ff van en ik spreek je vast snel nog eens. Bye

  • 02 April 2012 - 19:25

    Annemiek:

    lekker bezig, met al die wilde beesten. gelukkig heb je de giftige kwallen wel overgeslagen :) zonde dat je geld op is, maar ach, nou ben je op tijd terug voor koninginnedag :)

    xxxx

  • 02 April 2012 - 21:04

    Go:

    Brrrrrrr... heel gaaf maar ook doodeng!!! Die spinnen! en die slang.. gekkenhuis. Eenmaal in NL kijk je nergens meer van op denk ik ;)
    Verder weer een mooi verhaal, nooit te lang hoor :)
    Hoop dat er nog een laatste komt voordat je weer terug bent!

    In ieder geval geniet van de laatste dagen :) XXX

  • 04 April 2012 - 06:43

    TT:

    Wat een verhaal oud! Het voordeel van zo snel terugkeren naar huis is dat je wellicht nog een potje met ADO 20 15 mee kan doen en mee kan strijden voor het kampioenschap!!!

    Zonder dollen: Balen dat je eerder dan gepland naar huis moet. Have fun met surfen!

  • 09 April 2012 - 11:25

    Jimmy:

    Kerel, we zullen allemaal die geweldige verhalen gaan missen!! Die ervaringen die je op deze manier deelt is super gaaf en heb wederom weer genoten van de elle lange tekst. Toch is het ook wel weer fijn om lekker thuis te komen na zo'n trip. Baas have fun de laatste weken en spreken elkaar nog,
    greets jim
    Ps haaienduiken was vet hè!!

  • 09 April 2012 - 13:53

    Wilma:

    Mooi verhaaltje weer, best eng die spinnen de rillingen gaan nog over me rug, en super zo met die zeehonden en dolfijnen man wat zal jij genieten. En even tussen ons (stiekum vind je moeder het helemaal niet erg dat je thuis komt :)

  • 10 April 2012 - 19:39

    Giedo:

    Veel plezier nog even oud!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Australië, Sydney

Philip

Actief sinds 18 Sept. 2011
Verslag gelezen: 9698
Totaal aantal bezoekers 32900

Voorgaande reizen:

11 Oktober 2011 - 01 September 2012

Chillen in Ozzy

Landen bezocht: